Alfanumeriek staat voor een combinatie van letters en cijfers. Deze karakters komen van letters uit het Latijn en cijfers uit de Arabische taal. Afhankelijk van de interpretatie kunnen andere karakters ook deel uitmaken van deze groep. Wat betekent alfanumeriek en welke karakters vallen onder deze groep?
Het alfabet zoals we dit in de Westerse wereld gebruiken is feitelijk gezien een combinatie van karakters uit het Latijn en het Arabisch. De letters zijn gebaseerd op het Latijn terwijl de cijfers Arabische roots hebben. Zo zijn er in totaal 26+10=36 karakters in het alfanumeriek systeem. Als uppercase en undercase (hoofdletters en kleine letters) ook geteld worden kom je uit op 62 karakters. Speciale karakters tellen in principe niet mee.
Toen beeldschermen van computers nog een lage resolutie hadden konden sommige alfanumerieke karakters veel op elkaar lijken. Daarom werd het getal ‘0’ met een diagonaal streepje onderscheiden van de letter ‘o’. Zo zijn er meer onduidelijkheden binnen deze karakters. Een kleine letter ‘l’ lijkt bijvoorbeeld sprekend op een hoofdletter ‘I’ (i dus). In de automotive sector worden de letters I, O en Q vaak vermeden vanwege de grote overeenkomsten met de cijfers 1 en 0. In vliegtuigen wordt ook geen rij ‘I’ aangeduid, het gaat direct van rij ‘H’ naar ‘J’.
De letter ‘y’ ofwel ypsilon is nog een vreemde verschijning, zeker in de Nederlandse taal. In ‘yoghurt’ wordt het uitgesproken als de letter ‘j’ terwijl het in een woord als ‘roomijs’ weer met de twee letters ‘i’ en ‘j’ wordt geschreven. Aan het begin van een zin of bij een naam zoals in IJsland moeten beide karakters met hoofdletters worden geschreven omdat het als één letter gezien wordt.
Bij alfanumeriek sorteren worden in principe eerst de woorden van A tot Z weergegeven, daarna volgen de getallen. Sorteren gebeurt overigens niet altijd op dezelfde wijze wat bij bestandsbeheer soms tot verwarring kan leiden.