PNG staat voor Portable Network Graphics. Het is een type rasterafbeelding op basis van een lossless compressie zonder verlies van kwaliteit over meerdere generaties. In tegenstelling tot JPG wordt ook informatie over transparantie opgeslagen, waardoor het mogelijk is om delen van de afbeeldingen doorzichtig weer te geven. Wat is PNG en wat zijn voor de voordelen en nadelen van dit bestandsformaat?
In 1996 werd het PNG bestand geïntroduceerd, het betreft een lossless bitmap image formaat met een kleurdiepte van 24 bit RGB of 32 bit RGBA kleuren. De 8 extra bits worden gebruikt voor Alpha Channel informatie, dit is een referentie in 256 grijstinten om de mate van transparantie aan te duiden. Deze grijstinten zijn niet zichtbaar voor de designer, het wordt alleen gebruikt om de mate van doorzichtigheid te bepalen.
De voornaamste verschillen met JPG zijn de transparantie en compressie. JPG maakt geen gebruik van doorzichtigheid, daarnaast zal er bij een Joint Photographic Experts Group afbeelding altijd data verloren gaan (lossy). In praktijk wordt JPG nog steeds het meeste gebruikt, naast de flexibele bestandsgrootte kent JPG een grotere ondersteuning in applicaties.
Hoewel de kenmerken van PNG bestanden voornamelijk overeenkomen met JPG files, is het oorspronkelijk bedoeld als een verbeterde versie van het GIF formaat. Bij dat formaat was de compressie gepatenteerd, daarnaast waren er slechts 256 kleuren per afbeelding mogelijk. Oorspronkelijk zou de naam PING zijn (PING is not GIF), de letter ‘i’ is uiteindelijk gesneuveld. Ook de mogelijkheid om animerende graphics te maken zou het veld moeten ruimen tijdens de ontwikkeling van het PNG formaat.
Een rasterafbeelding zal bij opschalen afzonderlijke pixels vertonen, dit is niet het geval met vectorafbeeldingen. Bitmaps zijn doorgaans groter in bestandsformaat. Het is wel een voordeel van bitmap bestanden dat ze overal op dezelfde wijze worden weergegeven omdat de informatie in het bestand vastligt terwijl het bij vectoren een softwarematige interpretatie betreft.
