HTML headers geven informatie over de pagina en wijzen er attributen aan toe. De meest bekende H-tags zijn H1, H2 en H3 die gebruikt worden om koppen en subkoppen aan te duiden. Daarnaast zijn er nog andere opties zoals cache control. Wat zijn HTML headers en wat is de meerwaarde om ze te gebruiken op webpagina’s?
Sinds de introductie van HTML5 is het mogelijk om HTML headers te gebruiken voor webpagina’s. Door de <header> tag te gebruiken krijgt de browser informatie over de pagina en de manier waarop de pagina opgebouwd moet worden. Een bekend voorbeeld hiervan is het gebruik van HTML headers voor het aanduiden van koppen en subkoppen. H1 staat voor de primaire titel van een pagina, subkoppen worden aangeduid met H2 en verder tot H6. In combinatie met een Stylesheet kan de weergave van een pagina snel worden aangepast.
De H-tag voor koppen en subkoppen is niet de enige wijze waarop HTML headers gebruikt kunnen worden. Zo is er de cache control header waarmee de wijze waarop de browser omgaat met caching wordt bepaald. Zo kan de webmaster instellen hoe een bron gecached moet worden, waar deze data wordt opgeslagen en wat de verloopdatum van de cache is. Met caching is het mogelijk om reeds bezochte of ingeladen pagina’s bij een volgend bezoek sneller op te bouwen. Als de content echter aangepast wordt dan is het van belang om nieuwe data van de server te halen.
HTML staat voor HyperText Markup Language. De header is een deel van de code waar metadata geplaatst wordt. Er is een tag om aan te duiden waar de header start en een tag die aangeeft als de header voltooid is. De eindgebruiker krijgt deze informatie niet te zien, het wordt gebruikt door browsers om webpagina’s op de juiste wijze weer te geven en voor zoekmachines om informatie over de pagina te indexeren.